Houteigenschappen
Hout is een natuurproduct met unieke eigenschappen, geen plank of balk is hetzelfde. Deze eigenschappen maken hout een mooi en natuurlijk materiaal om mee te werken. Wanneer je met hout aan de slag gaat is het echter wel belangrijk om te weten wat deze eigenschappen zijn en hoe je daar het beste mee om kunt gaan. Hieronder hebben we de belangrijkste eigenschappen op een rijtje gezet:
Noesten / Kwasten
Wanneer takken afbreken en vervolgens worden overgroeid door de boom onstaan kwasten, dit zijn dus eigenlijk de ingegroeide takken. Doordat de takken in een andere richting groeien dan de stam hebben deze vaak een andere draadrichting en hardheid. De hoeveelheid kwasten is per houtsoort afhankelijk, maar kwasten komen vooral voor bij zachtere houtsoorten zoals vuren, grenen en douglas.
Hars
Hars is een inhoudsstof van hout die vaak doorzichtig en kleverig is. De hoeveelheid hars verschilt per houtsoort, het komt onder andere voor bij de naaldhoutsoorten grenen, vuren en douglas.
Bij geïmpregneerd hout is hars soms zichtbaar als groene druppels omdat het is vermengd met het impregneermiddel. Hars is het makkelijkst te verwijderen wanneer het uitgedroogd is. Vers hars is ook te verwijderen met terpentine of thinner, het is namelijk niet oplosbaar in water.
Pinholes
In sommige hardhoutsoorten komen zogenaamde pinholes voor, dit zijn kleine gaatjes in het hout die veroorzaakt worden door nathoutboorders. Deze komen alleen voor in levend hout, zodra een boom gekapt wordt verdwijnen deze insecten uit het hout. Pinholes hebben verder geen effect op het hout en zijn ook geen gebrek.
Kruisdraad
Wanneer de draad van hout niet in één richting loop, maar wisselt van linksom naar rechtsom ontstaat kruisdraad. Bij het bewerken van hout kan dit zichtbaar worden omdat niet alle draden in dezelfde richting worden afgewerkt. Zeker bij bijvoorbeeld geschaafde hardhouten vlonderplanken kan dit aan het oppervlak zichtbaar worden als wat ruwere vlekken/strepen. Kruisdraad komt onder andere voor bij Ipé en Azobé.
Vergrijzing van hout
Hout zal onder invloed van zonlicht (UV-straling) vergrijzen, dit is een natuurlijk proces. Op een zonnige dag kun je bijvoorbeeld aan een vuren of douglas plank al zien dat deze geelachtig verkleurt, om te voorkomen dat hout vergrijsd kun je het beitsen of verven. Reeds vergrijsd hout is te ontgrijzen met speciale houtontgrijzer.
Werken van hout
Hout is een hygroscopisch materiaal, het neemt vocht op en staat vocht af. Bij opname van vocht zal hout uitzetten, bij drogen zal het hout krimpen. Hout werkt eigenlijk alleen in de breedte en dikte, lengtekrimp is vrijwel te verwaarlozen.
Door de opbouw van hout is deze krimp nooit geheel regelmatig waardoor (haar)scheuren kunnen onstaan of de planken hol/bol kunnen worden. Over het algemeen geldt; hoe grover de houtstuctuur, hoe meer het hout zal werken. Zachthout, zoals bijvoorbeeld een vuren steigerplank, zal daardoor meer werken dan hardhouten vlonderplank. Het is belangrijk om rekening te houden met deze werking. Wanneer je bijvoorbeeld een vlonder, schutting of tuintafel gaat maken kun je de bolle kant van de plank het beste naar boven/voren houden, zo heb je daar het minste last van.
Hardhout kan vanwege de hardheid snel kromtrekken, zeker op droge warme dagen is dit niet te voorkomen. Na een flinke regenbui trekt het hout vaak ook terug. Kromtrekken heeft geen invloed op de kwaliteit van het hout; hardhouten vlonderplanken, palen en regels kunnen in het het werk worden gesteld, rechtgetrokken of -geduwd.
Spint- en kernhout
Bij veel houtsoorten is er een duidelijk zichtbaar onderscheid in kleur tussen het lichtgekleurde spint aan de buitenzijde van de boom en het donkerder gekleurde kernhout. Dit is bijvoorbeeld bij grenen en douglas goed te zien.
Het spinthout is 'jong hout' en bevat veel levende cellen die voor transport van voedingsstoffen zorgen. Het kernhout zorgt vooral voor mechanische sterkte.
Schimmel / Blauwverkleuring / Blauwschimmel
Schimmel of blauwverkleuring komt voor in nat spint, vooral bij zomerse temperaturen. Hierbij wordt de houtstructuur niet aangetast, maar slechts gekoloniseerd. De schimmels groeien in de celholten en voeden zicht met de nog in het verse hout aanwezige voedingsstoffen (zoals zetmeel en suikers). Omdat deze voedingsstoffen zich niet in het kernhout bevinden zal de schimmel daar niet zichtbaar zijn. Deze schimmel kan zorgen voor een bruin-blauwe kleur, waardoor dit ookwel blauwverkleuring of blauwschimmel genoemd wordt.
Het meeste van ons verse vuren- en douglashout wordt 'anti-blauw' behandeld om deze schimmel zoveel mogelijk te beperken.
Zoutvlekken (bij geïmpregneerd hout)
Bij geïmpregneerd grenenhout is soms witte of groene uitslag te zien, dit ontstaat door de vermenging van de impregneervloeisof met hout. Deze vlekken verdwijnen vanzelf of zijn met een borstel makkelijk te verwijderen.
Afmetingen van hout
De afmetingen en kopmaten die bij hout staan genoemd zijn vaak netto zaagmaten. Het meeste hout wordt vers gezaagd, zeker bij zachtere houtsoorten zal dat betekenen dat deze planken wat smaller/dunner worden wanneer deze drogen.
Wanneer u met hout gaat werken dient u daar altijd rekening mee te houden, bij het maken van een bouwtekening kunt u de afmetingen op de website niet als vaste maten nemen. Bovendien zal het hout, ook wanneer u er een meubel van heeft gemaakt, altijd blijven werken. Zie ook 'Werken van hout' hierboven.
Bij geschaafd hout geven we altijd de netto schaafmaat op.
Fijnbezaagd / Geschaafd
Fijnbezaagd hout wordt na het zagen in de zagerij niet verder verwerkt, dit hout heeft daardoor een veel robuustere uitstraling. Het hout kan wat meer oneffenheden hebben, maar is met een schuurmachine prima glad te krijgen.
Geschaafd hout wordt na het zagen in de zagerij op dikte en breedte geschaafd, het hout is hierdoor glad en heeft een veel strakkere uitstaling.
Het verschil tussen fijnbezaagd en geschaafd hout is per houtsoort wel verschillend, dit is onder andere afhankelijk van de hardheid van het hout en de manier waarop het gezaagd is. Een fijnbezaagde douglas balk zal over het algemeen wat splinteriger zijn dan een fijnbezaagde hardhouten paal.
Naar: Eigen bron en Houtvademecum 2016 Centrum Hout Almere, 10e herziene druk
Noesten / Kwasten
Wanneer takken afbreken en vervolgens worden overgroeid door de boom onstaan kwasten, dit zijn dus eigenlijk de ingegroeide takken. Doordat de takken in een andere richting groeien dan de stam hebben deze vaak een andere draadrichting en hardheid. De hoeveelheid kwasten is per houtsoort afhankelijk, maar kwasten komen vooral voor bij zachtere houtsoorten zoals vuren, grenen en douglas.
Hars
Hars is een inhoudsstof van hout die vaak doorzichtig en kleverig is. De hoeveelheid hars verschilt per houtsoort, het komt onder andere voor bij de naaldhoutsoorten grenen, vuren en douglas.
Bij geïmpregneerd hout is hars soms zichtbaar als groene druppels omdat het is vermengd met het impregneermiddel. Hars is het makkelijkst te verwijderen wanneer het uitgedroogd is. Vers hars is ook te verwijderen met terpentine of thinner, het is namelijk niet oplosbaar in water.
Pinholes
In sommige hardhoutsoorten komen zogenaamde pinholes voor, dit zijn kleine gaatjes in het hout die veroorzaakt worden door nathoutboorders. Deze komen alleen voor in levend hout, zodra een boom gekapt wordt verdwijnen deze insecten uit het hout. Pinholes hebben verder geen effect op het hout en zijn ook geen gebrek.
Kruisdraad
Wanneer de draad van hout niet in één richting loop, maar wisselt van linksom naar rechtsom ontstaat kruisdraad. Bij het bewerken van hout kan dit zichtbaar worden omdat niet alle draden in dezelfde richting worden afgewerkt. Zeker bij bijvoorbeeld geschaafde hardhouten vlonderplanken kan dit aan het oppervlak zichtbaar worden als wat ruwere vlekken/strepen. Kruisdraad komt onder andere voor bij Ipé en Azobé.
Vergrijzing van hout
Hout zal onder invloed van zonlicht (UV-straling) vergrijzen, dit is een natuurlijk proces. Op een zonnige dag kun je bijvoorbeeld aan een vuren of douglas plank al zien dat deze geelachtig verkleurt, om te voorkomen dat hout vergrijsd kun je het beitsen of verven. Reeds vergrijsd hout is te ontgrijzen met speciale houtontgrijzer.
Werken van hout
Hout is een hygroscopisch materiaal, het neemt vocht op en staat vocht af. Bij opname van vocht zal hout uitzetten, bij drogen zal het hout krimpen. Hout werkt eigenlijk alleen in de breedte en dikte, lengtekrimp is vrijwel te verwaarlozen.
Door de opbouw van hout is deze krimp nooit geheel regelmatig waardoor (haar)scheuren kunnen onstaan of de planken hol/bol kunnen worden. Over het algemeen geldt; hoe grover de houtstuctuur, hoe meer het hout zal werken. Zachthout, zoals bijvoorbeeld een vuren steigerplank, zal daardoor meer werken dan hardhouten vlonderplank. Het is belangrijk om rekening te houden met deze werking. Wanneer je bijvoorbeeld een vlonder, schutting of tuintafel gaat maken kun je de bolle kant van de plank het beste naar boven/voren houden, zo heb je daar het minste last van.
Hardhout kan vanwege de hardheid snel kromtrekken, zeker op droge warme dagen is dit niet te voorkomen. Na een flinke regenbui trekt het hout vaak ook terug. Kromtrekken heeft geen invloed op de kwaliteit van het hout; hardhouten vlonderplanken, palen en regels kunnen in het het werk worden gesteld, rechtgetrokken of -geduwd.
Spint- en kernhout
Bij veel houtsoorten is er een duidelijk zichtbaar onderscheid in kleur tussen het lichtgekleurde spint aan de buitenzijde van de boom en het donkerder gekleurde kernhout. Dit is bijvoorbeeld bij grenen en douglas goed te zien.
Het spinthout is 'jong hout' en bevat veel levende cellen die voor transport van voedingsstoffen zorgen. Het kernhout zorgt vooral voor mechanische sterkte.
Schimmel / Blauwverkleuring / Blauwschimmel
Schimmel of blauwverkleuring komt voor in nat spint, vooral bij zomerse temperaturen. Hierbij wordt de houtstructuur niet aangetast, maar slechts gekoloniseerd. De schimmels groeien in de celholten en voeden zicht met de nog in het verse hout aanwezige voedingsstoffen (zoals zetmeel en suikers). Omdat deze voedingsstoffen zich niet in het kernhout bevinden zal de schimmel daar niet zichtbaar zijn. Deze schimmel kan zorgen voor een bruin-blauwe kleur, waardoor dit ookwel blauwverkleuring of blauwschimmel genoemd wordt.
Het meeste van ons verse vuren- en douglashout wordt 'anti-blauw' behandeld om deze schimmel zoveel mogelijk te beperken.
Zoutvlekken (bij geïmpregneerd hout)
Bij geïmpregneerd grenenhout is soms witte of groene uitslag te zien, dit ontstaat door de vermenging van de impregneervloeisof met hout. Deze vlekken verdwijnen vanzelf of zijn met een borstel makkelijk te verwijderen.
Afmetingen van hout
De afmetingen en kopmaten die bij hout staan genoemd zijn vaak netto zaagmaten. Het meeste hout wordt vers gezaagd, zeker bij zachtere houtsoorten zal dat betekenen dat deze planken wat smaller/dunner worden wanneer deze drogen.
Wanneer u met hout gaat werken dient u daar altijd rekening mee te houden, bij het maken van een bouwtekening kunt u de afmetingen op de website niet als vaste maten nemen. Bovendien zal het hout, ook wanneer u er een meubel van heeft gemaakt, altijd blijven werken. Zie ook 'Werken van hout' hierboven.
Bij geschaafd hout geven we altijd de netto schaafmaat op.
Fijnbezaagd / Geschaafd
Fijnbezaagd hout wordt na het zagen in de zagerij niet verder verwerkt, dit hout heeft daardoor een veel robuustere uitstraling. Het hout kan wat meer oneffenheden hebben, maar is met een schuurmachine prima glad te krijgen.
Geschaafd hout wordt na het zagen in de zagerij op dikte en breedte geschaafd, het hout is hierdoor glad en heeft een veel strakkere uitstaling.
Het verschil tussen fijnbezaagd en geschaafd hout is per houtsoort wel verschillend, dit is onder andere afhankelijk van de hardheid van het hout en de manier waarop het gezaagd is. Een fijnbezaagde douglas balk zal over het algemeen wat splinteriger zijn dan een fijnbezaagde hardhouten paal.
Naar: Eigen bron en Houtvademecum 2016 Centrum Hout Almere, 10e herziene druk